Ga direct naar de productinformatie
Wandelstokken

dr Laurent Goubau
Belangrijke informatie over uw krukken of wandelstok.
Om uw geblesseerde voet, enkel, knie of been te laten genezen, volgt u deze instructies:
- Krukken worden op maat gemaakt op basis van uw lengte.
- Krukken moeten zo passen dat er, als u rechtop staat, minimaal 2 vingerbreedtes ruimte is tussen de bovenkant van de kruk en uw oksel.
- Krukken mogen nooit zo "leunend" zijn dat er druk op uw oksel komt te staan. Er lopen zenuwen onder de oksels door en druk op deze zenuwen kan schade veroorzaken. (Gevoelloosheid in de hand of arm is hiervan een teken.)
- De handgrepen van de krukken zijn verstelbaar en moeten zo worden afgesteld dat uw handen uw gewicht dragen wanneer uw armen gestrekt zijn. Uw gewicht moet volledig op uw handen/handpalm rusten, en NOOIT op uw oksels.
- Wanneer u met krukken loopt, zet u de krukken eerst voor u neer; draag vervolgens uw gewicht op de krukken en zwaai uw goede voet en uw lichaam naar voren. Schuif de krukken niet verder dan een normale stap voor u uit.
- Traplopen: Gebruik uw krukken, zet uw goede voet één trede omhoog en breng vervolgens uw krukken en lichaam naar dezelfde trede. U kunt de trap opspringen met beide krukken in één hand en een leuning in de andere hand als steun. Trap aflopen: Gebruik uw krukken, zet eerst de krukken neer en breng vervolgens uw goede voet en lichaam naar voren. Ook hier kunt u de trap afspringen met de krukken en een leuning als steun.
- LET OP: Wanneer de krukpunten nat worden of wanneer u over een natte vloer loopt, worden de krukpunten glad. Wees daarom extra voorzichtig om te voorkomen dat de krukken onder u vandaan glijden.
Wandelstokken
- Een goed passende wandelstok rust op de grond, met uw hand erop en uw elleboog licht gebogen wanneer u rechtop staat.
- Normaal gesproken draagt u een wandelstok in de hand die tegenovergesteld is aan de hand waarmee u uw geblesseerde been vasthoudt (als u bijvoorbeeld uw linkervoet bezeerd, houdt u uw wandelstok in uw rechterhand).
- Normaal gesproken stap je met je geblesseerde been naar voren en zwaai je tegelijkertijd met de wandelstok. Vervolgens zwaai je, met je gewicht deels op de wandelstok en deels op je geblesseerde been, met je goede been naar voren en zet je er weer een normale stap mee.